CBS: ruim 69.000 nieuwe woningen opgeleverd in 2020
Tussen 2000 en 2009 werden gemiddeld zo'n 76.000 nieuwe woningen per jaar opgeleverd. In de daaropvolgende crisisjaren werd dit niveau bij lange na niet gehaald. De afgelopen jaren werd geleidelijk weer meer nieuwbouw opgeleverd, maar daar is vorig jaar dus een einde aan gekomen.
Minister Kajsa Ollongren (Binnenlandse Zaken), die verantwoordelijk is voor wonen, stelt daarentegen dat er circa 10.000 woningen meer zijn opgeleverd dan het CBS meldt. Het gaat om transformatiewoningen die ontstaan na een verbouwing van een bestaand pand zoals kantoren, bedrijfspanden en schoolgebouwen. Volgens het ministerie zijn dat ook nieuwe woningen, maar komt het CBS altijd later in het jaar met het aantal transformaties.
Dat betekent volgens Ollongren dat er vorig jaar ruim 79.000 woningen zijn gerealiseerd, iets meer dan de jaarlijkse doelstelling van gemiddeld 75.000. Dat is volgens haar te danken aan meerdere maatregelen die het kabinet heeft genomen om de woningbouwproductie te versnellen. De extra actie was nodig, omdat er door de coronacrisis en de stikstofproblematiek een dip ontstond in de woningbouw. De productie moet de komende jaren verder omhoog, omdat de bevolking sneller toeneemt dan verwacht. Tot 2030 moeten er bijna 900.000 woningen bijkomen, aldus de minister.
Volgens het CBS werden in Zuid-Holland de meeste woningen gebouwd, ruim 15.000. De woningvoorraad groeide in Flevoland relatief het hardst, met 1,5 procent. In Limburg werden naar verhouding veel minder nieuwbouwwoningen gebouwd. Ook in Groningen, Utrecht, Gelderland en Noord-Brabant werden meer nieuwe huizen opgeleverd dan gemiddeld in Nederland.
Het Zuid-Hollandse Zoeterwoude groeide door nieuwbouw het hardst, met bijna 6 procent. Daar werden ruim 200 woningen gebouwd. In Den Haag werden de meeste nieuwbouwwoningen toegevoegd, meer dan 2800. In de afgelopen jaren stond Amsterdam op de eerste plek.
Door: ANP