DNB: huizenprijzen gaan komende jaren beperkt dalen als gevolg coronacrisis
In zijn ramingen voor 2021 en 2022 voorziet de centrale bank prijsdalingen van 2,1 en 3,7 procent. DNB-directeur Olaf Sleijpen merkt op dat de prijsval daarmee nog "vrij bescheiden" van omvang is vergeleken met de nasleep van de kredietcrisis, toen de prijzen in totaal met bijna 20 procent daalden.
Omslag op woningmarkt
De omslag op de woningmarkt vindt waarschijnlijk pas in de loop van de tweede helft van dit jaar plaats. Voor heel 2020 wordt daarom nog steeds uitgegaan van een gemiddelde prijsstijging met 4,3 procent.
Consumentenvertrouwen
In zijn toelichting wijst Sleijpen, die bij DNB verantwoordelijk is voor het economisch onderzoek, op de sterke afname van het consumentenvertrouwen, de oplopende werkloosheid en de lagere inkomensgroei. Huishoudens hebben daardoor naar verwachting minder animo om te verhuizen of om een hogere hypotheek te nemen.
In het grote plaatje lijkt DNB zich niet heel veel zorgen te maken over de daling van de huizenprijzen. Sleijpen heeft de indruk dat het sentiment op de woningmarkt snel weer zou kunnen omslaan bij een gunstig verloop van de pandemie en versoepeling van de contactbeperkende maatregelen.
'Blijf nieuwbouwwoningen bijbouwen'
De deskundige benadrukt verder dat het aanbod aan huizen nog altijd erg beperkt is. Mede daardoor gingen de huizenprijzen afgelopen jaren sterk omhoog. "Het aanbodprobleem op de markt is niet verdwenen", zegt Sleijpen. Volgens de DNB-directeur blijft het daarom van belang dat er meer nieuwbouwwoningen worden bijgebouwd. Dat zou tevens de economie wat extra kunnen stimuleren.
Door: ANP