Rekenkamer heeft nog steeds zorgen over woningbouwimpuls
Vorig jaar werd er vanuit de woningbouwimpuls bijna 108 miljoen euro uitgegeven. De rekenmeesters blijven ongerust of het geld wel zinnig wordt besteed. Zij zien opnieuw dat er geld gaat naar gemeenten waar "de druk op de woningmarkt relatief laag is".
Controleren
Woonminister Hugo de Jonge zei eerder te gaan controleren dat alleen geld gaat naar projecten die het anders niet zouden halen. Maar ook bij de vorige uitbetaling vanuit het fonds is "een doeltreffende en doelmatige inzet van publiek geld" niet verbeterd.
Hanke Bruins Slot, minister van Binnenlandse Zaken, reageert namens De Jonge: zij vindt niet dat het ondoelmatig is om de impuls in te zetten voor regio's met relatief lage druk op de woningmarkt. Zij wijst erop dat het "de nadrukkelijke wens" van de Tweede Kamer is om de impuls "voor álle" regio's toegankelijk te maken. Alleen verzoeken voor investeringen die "urgent zijn en effectief bijdragen aan de woningbouwopgave" komen in aanmerking, aldus de minister. Ook moet voor die projecten aangetoond zijn dat "een bijdrage vanuit de woningbouwimpuls noodzakelijk en efficiënt is".