Brabantse wooncorporatie krijgt miljoenensteun

Door Redactie Nationale Bouwgids
5 min

(Novum) - De Brabantse Woningstichting Geertruidenberg (WSG) krijgt bijna 118 miljoen euro steun van het Centraal Fonds Volkshuisvesting (CFV). Verder is besloten WSG voorlopig niet op te heffen of te verkopen, meldt het fonds dinsdag. De corporatie krijgt in ieder geval tot juli 2018 de tijd om het eigen vermogen weer op peil te brengen.

In het steunbedrag is al de 21 miljoen euro opgenomen die WSG afgelopen najaar kreeg als voorschot. De rest van het bedrag wordt betaald door andere corporaties, zegt een woordvoerder van CFV. "Deze heffing van vijfhonderd miljoen euro is in het voorjaar al aangekondigd, zodat corporaties er rekening mee konden houden in hun huishoudboekje."

Het is vermoedelijk niet de laatste heffing die corporaties voor de kiezen krijgen. "De redding van Vestia heeft al zevenhonderd miljoen euro gekost, WGS nog eens honderd. Dat is meer dan de vijfhonderd miljoen die we in het najaar binnenkrijgen, wat een vervolgheffing niet onwaarschijnlijk maakt", licht de woordvoerder toe.

In oktober 2012 besloot het CFV nog dat WSG moest worden opgeheven. Corporaties uit de regio toonden echter weinig belangstelling voor hun branchegenoot. Verkoop van alle woningen zou tot te grote verliezen leiden, aldus het CFV. Op basis daarvan besloot het fonds de sanering vijf jaar uit te stellen.

Naast de miljoenensteun vanuit het CFV moet WSG zelf ook een aantal maatregelen nemen om de financiële situatie weer op orde te krijgen. De koopwoningen van de Brabantse corporatie worden daarom verkocht, evenals het commerciële vastgoed. Als een woning van huurder veranderd, verhoogt WSG de huur naar negentig procent van de maximaal redelijke huurprijs. Huurders van vrijemarktwoningen krijgen mogelijk nog een extra opslag.

WSG, met zo'n vierduizend woningen in beheer, raakte in financiële problemen nadat de corporatie tussen 2005 en 2010 te gretig had uitgebreid. Met name op de waarde van grond moest flink worden afgeboekt, waardoor het verschil tussen de schulden en de waarde van de bezittingen te ver opliep.