Nieuwe Friese molen in oude staat gebouwd

Door Redactie Nationale Bouwgids
10 min
(Podium) - In het Friese Burum herrees vorige week een tweehonderd jaar oude molen officieel uit de as. Toen liet de burgemeester van Kollumerland de wieken van de heropgebouwde molen De Windlust, die 2 jaar geleden totaal afbrandde, voor het eerst weer draaien. Bouwbedrijf Kolthof, een lidbedrijf van Bouwend Nederland, bouwde de koren- en pelmolen in oude staat weer op.

De brand op eerste Paasdag 2012 van de Windlust, een rijksmonument, schokte het Friese Burum. Maar direct na de brand besloot het bestuur van de plaatselijke stichting Erfgoed Kollumerland en Nieuwkruisland om de molen weer in authentieke staat te herstellen en waar dat nog mogelijk was zijn originele onderdelen te gebruiken. Maar in veel gevallen lukte dat niet en moesten er nieuwe materialen gebruikt worden.

Digitaal intekenen
Het bouwkundig bureau Van Reeuwijk Bouwmeester uit Arum kreeg de opdracht om een uitgebreid bouwbestek op te stellen. “Er was geen oude tekening”, zo blikt Jan Tiedema, molendeskundige bij het bureau terug. Samen met een collega heeft hij restanten van de stellingmolen ingemeten. “Ook bij het opruimen ben ik erbij geweest om weer delen in te meten”, zegt Tiedema. “Dat was wel een zeer vuil werkje.

“Ook aan de hand van foto’s, die veel molenaars beschikbaar stelden, konden we details van deze molen heel goed kopiëren.” Verder leverde bouwhistorisch onderzoek gegevens op. Die werden in een digitaal tekenprogramma verwerkt, waardoor de molen als het ware één-op-één uitgetekend werd en tot op het kleinste detail ingezoomd kon worden. Zo kon de Windlust in oude staat herbouwd worden, het uitgangspunt vanaf het eerste begin. “En op dat punt zijn geen concessies gedaan”, benadrukt Tiedema.

Authentieke methoden
De overgebleven onderdelen werden gesorteerd op mogelijk hergebruik. Het ijzerwerk, dat was verwrongen en verbogen, werd deels door een smid hersteld. De 16 meter hoge houten balken voor het achtkant werden gezaagd uit 20 meter hoge Douglas boomstammen. Die balken werden met ouderwetse pen-en-gat constructies en toognagels gemonteerd tot het achtkant.

Na de aanbesteding werd de herbouw gegund aan bouwbedrijf Kolthof uit Stiens, een lidbedrijf van Bouwend Nederland. Die Friese aannemer is actief in de woningbouw en utiliteitsbouw, maar heeft ook met windmolens veel ervaring. “We hebben al eerder molens herbouwd”, meldt Jetske Kolthof-Overal namens het bouwbedrijf en verwijst naar windmolens in Stiens en Hoonhorst. “Verder doen we al jaren onderhoud- en restauratiewerken aan molens in Noord-Nederland.” Bouwbedrijf Kolthof is sinds 2010 een erkend leerbedrijf voor restauratie- en molenwerk.

Stelling met kraan geplaatst
De Friese aannemer begon in juni 2013 met de herbouw, met Vaags Molenmakers uit Aalten als onderaannemer. Kolthof begon op de bouwplaats met de fundering. Vaags zette in zijn werkplaats de hoofdconstructie en het achtkant van de molen in elkaar. Op de achtkantige, gemetselde voet met de nieuwe funderingspalen werd het achtkant opgericht en de stelling met balustrade werden op spectaculaire wijze met een zware kraan over de romp geplaatst.

Daarna volgde het rietdekken. Intussen werd in de werkplaats de molenkap met bewegende delen gemaakt. Er zijn tweemaal twee koppels maalstenen nodig voor het malen van graan en het pellen van gerst. Eind maart 2014 werd de kap op de windmolen geplaatst met daarin de nieuwe zware gietijzeren bovenas en het grote houten bovenwiel. “Het meeste werk is gaan zitten in het casco en in de aftimmerwerkzaamheden”, zo blikt Jetske Kolthof terug. Een verrassing was dat niet. “Door jarenlange ervaring weet je dat van tevoren.”

Over de windmolen is de voorbije weken veel te doen geweest. Minister Jet Bussemaker van Cultuur wil de molen niet opnieuw op de rijksmonumentenlijst zetten. Zij herhaalde die weigering vorige week in de Tweede Kamer. Volgens haar zijn er teveel nieuwe materialen bij de heropbouw. In de Tweede Kamer vroegen VVD, PvdA en CDA de minister de molen weer wel tot een rijksmonument te maken. Maar Bussemaker stelde: “De ziel is eruit. Bij Rijksmonumenten gaat het om de authenticiteit. Dat is hier niet meer het geval.”

Voor de brand was de stellingmolen maalvaardig. Dat is hij opnieuw. Deze zomer is het eerste graan gemalen in de herbouwde molen. Er kan nu ook weer gepeld worden, van gerst gort maken.